Een Nederlandse minister laat via zijn communicatieafdeling
weten dat ‘hij zich niet herkent’ in de verhalen van een aantal medewerkers van
het ministerie van justitie over de intimidatiecultuur aldaar. Het gaat om dat
‘zich’. Wat zou dit ‘zich niet herkennen’ moeten betekenen. Ziet hij zijn eigen
beeld niet in de getuigenverhalen weerspiegeld? Nou, dat lijkt me logisch, want
het artikel ging niet over de minister maar over de bazen op het ministerie,
bovendien zit de minister pas een paar maanden op zijn stoel. Had er gestaan:
‘De minister herkent het beeld niet… etc’ dan zou het al wat minder
raadselachtig zijn geweest wat er bedoeld wordt, maar deze vaagpraat maakt het
wel heel moeilijk om de spreker ervan nog serieus te nemen. ‘Zich niet
herkennen’ is zo’n modeterm geworden – meestal wordt er iets mee bedoeld van ‘u
liegt maar ik wil dat niet zo cru zeggen’ –dat de minister het ook wel tof leek
om die weer eens te gebruiken. Beseft de minister zich wel, om die andere kromkreet te gebruiken, dat hij nu helemaal
niets heeft gezegd, maar alleen wat taalruis heeft voorgebracht?
8-2-2016